Ik moet eerst nog even landen.
op mijn plek.
ik zweef er nog boven,
veilig, nog uit mijn lijf.
Ik voel nu mijn voeten
de stoel die mij draagt,
mijn ademhaling.
het gewicht van mijn plek.
Langzaam stroomt het gejoel uit mijn hoofd,
en keert er stilte terug.
Ik ben er nu, aanwezig
maar hou mijn hart nog vast
Ik voel nu ook mijn hart,
het klopt, gloeit, en zegt;
‘je hoeft me niet te beschermen’.
‘Je bent hier welkom, echt’
Ik geef het meer ruimte,
dan stroomt de energie.
nu heet ik mezelf welkom
mijn handen openen zich
Hier ben ik,
beschikbaar en zichtbaar
Ik durf nu te vertrouwen
op wat zich aandient
Ik mag waarnemen en bewegen
raken en mij laten raken,
voelen waar dit over gaat
mijn handen even sluiten,
zodat mijn antwoord dient
Ik mag werkelijk zijn voor de ander.
betekenis ervaren in wat ik doe.
iets groters
door me heen laten werken.
Hier ben ik, en doe wat ik doe
- R. van Tuil-